Leren denken

Waarom leren diep te (blijven) denken?

In eerste instantie zul je bij cognitief begaafde kinderen niet aannemen dat zij moeten leren denken, dat is immers in aanleg toch juist hun talent?! Dat klopt ook, wat mij betreft, maar ons onderwijs is voor hen veel te oppervlakkig, Daardoor dreigen zij zich te gaan aanpassen aan die oppervlakkige manier van denken. En bovendien: wat je niet beoefent of oefent groeit niet automatisch. Hartstikke zonde natuurlijk ! Nu is het gelukkig wel zo dat bij onderwijsarrangementen voor cognitief begaafde kinderen altijd het werken met wat hogere orde denkvaardigheden genoemd wordt. Toch is ook hier een valkuil: is er wel voldoende reflectie en feedback op de groei in dat diepe denken? Zijn de activiteiten die hiervoor ingezet worden niet te vrijblijvend?

 Hoe leren diep te (blijven) denken?

De hierbij horende competenties willen we verbeteren in drie fasen: eerst bewustwording, dan werken aan verbeteren en tenslotte vastleggen van de groei. Het gaat bij leren denken om drie competenties; (zie 9 kerncompetenties) Om aan deze competenties te werken kiezen wij voor open samenwerkingsopdrachten voor onderzoekvermogen en ontwerpvermogen en voor korte en gevarieerde reflectie- en feedbackmomenten als het gaat om reflectievermogen. Het gaat bij diep denken of hogere orde denkvaardigheden om analytisch, kritisch en creatief denken. Deze denkvaardigheden gebruik je in de praktijk natuurlijk niet los van elkaar.

Onderzoekvermogen: 

het gaat hierbij vooral om een combinatie van analytisch en kritisch denken. Als activiteit gebruiken wij hierbij samenwerkend onderzoekend leren. Belangrijk hierbij is het onderscheid tussen ‘literatuuronderzoek’ (door ons opzoekend leren genoemd) en het echte experimenteel onderzoek. Het eerste leerdoel hierbij is het zelf leren formuleren van echt goede onderzoeksvragen, hogere orde denkvragen. we gebruiken hierbij het door hen zelf ontworpen (levend) vragenmachientje.

Bij ‘leren leren’ leren wij de kinderen eerst een stroomdiagram (flowchart) van het onderzoeksproces te maken en te volgen.

Ontwerpvermogen: 

hierbij is sprake van een combinatie van creatief, kritisch én analytisch denken. Als activiteit gebruiken we hierbij samenwerkend ontwerpend leren. Het creatief denken vereist hierbij extra aandacht omdat dat in het reguliere onderwijs vaak nog nauwelijks aangesproken wordt. Terwijl het zowel in het model van hoogbegaafdheid van zowel Renzulli als Sternberg een prominente plaats heeft. Een van de manieren om de kinderen aan te moedigen creatief, out of the box, te denken is om hen te laten werken met denksleutels. Bij ‘leren leren’ leren wij de kinderen ook een stroomdiagram (flowchart) van het ontwerpproces te maken en te volgen.

Reflectievermogen: 

hier gaat het om nadenken over je sterke punten en je werkpunten. Belangrijk hierbij is om te bedenken dat je vaak eerst onbewust onbekwaam bent voor je bewust onbekwaam bent (meestal een even minder leuk moment) Om van onbewust naar bewust te kunnen gaan is feedback erg helpend. Vandaar dat we het geven van feedback door kinderen aan elkaar ook onder dit kopje vangen. Verder is het ook belangrijk om te beseffen dat reflecteren niemands favoriete hobby is. Dus we moeten er voor zorgen dat structureel gereflecteerd wordt, maar dat dat de kinderen niet tegen gaat staan, want dan gaan ze sociaal wenselijk antwoorden en zich er met een jantje-van-leiden vanaf maken. Dus kort en effectief en veel variatie is hier de boodschap. Dat zelfde geldt overigens ook voor het geven van feedback aan elkaar, dat mag ook geen voorspelbaar en routineus gebeuren worden. Na de bewustwording moet wat ons betreft de stap komen van werken aan groei en vervolgens het in beeld brengen van die groei. Zie ook het Groeiboekje.

Psycho-educatie hierbij: Dit proces van bewust worden van je sterke en werkpunten ondersteunen we ook door vormen van psycho-educatie. Het werken met het Groeiboekje is dan het eerste en meest voor de hand liggende middel, maar dat houdt ook in dat de kinderen allerlei lijstjes invullen om vanuit diverse standpunten naar talenten te kijken. In feite is voor elk van de kerncompetenties wel één of meer van die lijstjes aan de orde: meervoudige intelligenties, rollen in een team, voorkeuren bij communicatie, je mindset, je executieve functies, je denkvoorkeuren (ACP denken bijvoorbeeld, zie video hierboven) en ga zo nog maar even door.

In hun rugzakje: Dit hopen wij hen aan concreet gereedschap mee te geven:

  • Kennis van hun sterke punten en hun werkpunten. Kennis van de onderzoekscyclus en de ontwerpcyclus.
  • Vaardigheden: het formuleren van hogere orde denkvragen en van het formuleren van onderzoeksvragen. Analytisch, kritisch en creatief denken.
  • Houding: In plaats van genoegen nemen van oppervlakkig en ongenuanceerd omgaan met mensen en informatie juist diepgaand, kritisch, genuanceerd en creatief hiermee om gaan. Bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor een leven lang te leren en ook bereidheid om anderen daarin te steunen. 

Meer details? 

In de cursus ‘Talentbegeleider Groei in Beeld’ gaan we in op alle details van de praktische uitwerking van bovenstaande. Zie betreffende pagina.