Top 20 principes goed HB onderwijs

In 2017 verscheen bij APA (American Psychological Association) Top 20 Principles From Psychology for PreK–12 Creative, Talented, and Gifted Students of te wel Top 20 principes uit de psychologie voor het onderwijs aan en het leren van creatieve, getalenteerde en begaafde leerlingen van de voor- en vroegschoolse educatie, het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. In 2020 verscheen de Nederlandse versie, verzorgd door de Radboud Universiteit Nijmegen en POINT Tilburg. Op zich is dit weer een bewerking van de meer algemene studie die in 2015 verscheen: Top 20 Principles From Psychology for PreK–12 Teaching and Learning.

2022: Heel handige waaier die alles samenvat: https://www.apa.org/ed/schools/teaching-learning/top-twenty/creative-talented/top-principles-condensed-dutch.pdf 

2020: https://www.apa.org/ed/schools/teaching-learning/top-twenty/creative-talented/top-principles-gifted-dutch.pdf

2017: https://www.apa.org/ed/schools/teaching-learning/top-principles-gifted.pdf

2015: https://www.apa.org/ed/schools/teaching-learning/top-twenty-principles.pdf

De in gezamenlijk overleg bepaalde psychologische principes zijn verdeeld in 5 groepen:

  1. Hoe denken en leren leerlingen?
  2. Wat motiveert leerlingen?
  3. Belang sociaal emotioneel leren?
  4. Effectief onderwijsmanagement?
  5. Effectief meten groei?

TOP 20 PRINCIPES GOED ONDERWIJS VOOR BEGAAFDE KINDEREN

Hoe denken en leren leerlingen?

  1. De opvattingen van leerlingen over intelligentie en talent doen ertoe bij het cognitief functioneren en leren, dit is belangrijk bij feedback door de leerkracht en het kennen van de eigen opvattingen (JvN bijv. de mindset)
  2. Voorkennis is van belang bij leren: gebruik dus instaptoetsing en compacting waar nodig
  3. De cognitieve ontwikkeling en leren worden niet beperkt door de leeftijd of ontwikkelingsfase waarin de leerlingen zich bevindt: doorbreek de beperking van het leerstof jaarklassensysteem en methodeboekjes
  4. Transfer van het geleerde vindt niet automatisch plaats, dit moet gestimuleerd worden. (JvN: Dit geldt bijvoorbeeld dus ook voor hetgeen je leert door spelletjes)
  5. Alleen kennis en vaardigheden die bewust herhaald worden en geoefend blijft op de lange termijn beschikbaar. (JvN: Dat geldt dus ook voor begaafde kinderen, die daar vaak een grote hekel aan hebben!)
  6. Tijdige, duidelijke en verklarende (peer) feedback is belangrijk voor leren
  7. Zelf reguleren (zelf doelen stellen en daarmee werken) ondersteunt het leren en dit vermogen kan geleerd worden.
  8. Creatief denken kan bevorderd worden door de leerlingen authentieke problemen voor te leggen en hen uit te dagen te zoeken naar minder voor de hand liggende oplossingen

Wat motiveert leerlingen?

  1. Leerlingen leren met meer plezier en presteren beter als zij intrinsiek gemotiveerd zijn, dus wees bijvoorbeeld alert op het gevaar van (alleen) cijfers geven. Autonomie is hierbij erg belangrijk, maar ook competentie (JvN: en binding ?)
  2. Leerlingen houden vol bij uitdagende taken en verwerken informatie dieper wanneer ze beheersingsdoelen (competentie) eigen maken in plaats van prestatiedoelen (competitie)
  3. Verwachtingen van leraren over hun leerlingen hebben invloed op onderwijsmogelijkheden, motivatie en leerresultaten. Pas dus op met niet kloppende verwachtingen die vaak voorkomen bij gestigmatiseerde groepen zoals dubbel bijzondere leerlingen of te hoge verwachtingen bij begaafde leerlingen
  4. Doelen die specifiek, matig uitdagend en op korte termijn haalbaar zijn bevorderen motivatie van leerlingen meer

Belang sociaal emotioneel leren?

  1. Leren vindt plaats in meerdere sociale contexten. Voor begaafde leerlingen is het (ook) kunnen leren samen met ontwikkelingsgelijken van belang.
  2. Relaties en communicatie met anderen zijn van cruciaal belang voor zowel het onderwijsproces als de sociale ontwikkeling van leerlingen. Voor de leerkracht betekent dit dat hij de nadruk zal moeten leggen op samenwerken i.p.v. competitie. Maar dat goed samenwerken en communiceren zal geleerd moeten worden.
  3. Emotioneel welzijn beïnvloedt de schoolprestaties, het leren en de ontwikkeling, ook bij begaafde kinderen. Dubbel bijzondere kinderen zijn hierbij extra kwetsbaar. Maak ruimte om gevoelens van stress e.d. te kunnen uiten. (Check in?? JvN) Accepteer het sterke empirische bewijs dat versnellen binnen het onderwijs een van de meest effectieve schoolinterventies is om in de behoeften van begaafde kinderen te voorzien.

Effectief onderwijsmanagement?

  1. Verwachtingen over gedrag in de klas en sociale interactie worden geleerd en kunnen aangeleerd worden met behulp van bewezen gedragsprincipes en effectieve klasinstructie. Ongewenst gedrag en onvoldoende prestaties kunnen bij begaafde leerlingen ontstaan als onvoldoende versnelde instructie en differentiatie wordt geboden.
  2. Effectief klassenmanagement is gebaseerd op (a) het stellen en communiceren van hoge verwachtingen, (b) het consequent onderhouden van positieve relaties, en (c) het bieden van een hoge mate van leerling-ondersteuning: o.a. voorspelbare regels.

Effectief meten groei?

  1. Zowel formatief als summatief toetsen zijn belangrijk en nuttig, maar vereisen een verschillende benadering en interpretatie. Betrek de leerlingen bij het bepalen van doelen en het evalueren van hun leren. Gebruik (instap)toetsen om zo nodig stof te compacten en hogere leerdoelen te stellen. Met toetsen kun je ook meten of er voldoende groei is.
  2. De vaardigheden, kennis en talenten van leerlingen kunnen het best worden gemeten met toetsingsprocessen die gebaseerd zijn op psychologisch wetenschappelijk onderzoek met goed gedefinieerde normen voor kwaliteit en eerlijkheid (fairness). Liefst toetsen zonder “plafond”, zodat begaafde leerlingen kunnen laten zien wat ze werkelijk kunnen. Laat belangrijke beslissingen, zoals overgaan en deelname aan speciale programma’s, niet af hangen van één meting of één toets.
  3. Het duiden van toetsgegevens hangt af van een duidelijke, passende en eerlijke interpretatie. Bijvoorbeeld Cito-toetsen zijn minder geschikt vanwege hun duidelijke “plafond”. Wees je bewust van de fouten en beperkingen die toetsen met zich mee kunnen brengen, zoals het Pygmalion-effect en het idee van selffulfilling prophecy.