Beertjesmethode?? Over het vaststellen van persoonlijke leerdoelen

In de praktijk kan het soms heel lastig zijn om samen met een kind een persoonlijk doel te vinden dat aan de ene kant als haalbaar ervaren wordt en aan de andere kant echt bijdraagt aan een door het kind (en ook leerkracht, begeleider en ouders) gewenste verandering.  Als voorbeeld hieronder de casus Wart (gefingeerde naam)

Casus Wart: vluchtgedrag en dalende prestaties

De ouders van Wart klopten bij mij aan omdat hun zoon Wart steeds meer klaagde over school. Wart haalde bij een capaciteitenonderzoek een hoogbegaafd niveau, maar uit zijn schoolprestaties zou je dat niet snel geconcludeerd hebben (zoals heel vaak het geval is). De prestaties van Wart waren van groep 3 tot nu toe, groep 6, steeds minder geworden. Van een relatief onderpresteerder was hij nu een absoluut onderpresteerder. Wart ging niet graag naar school. Hij had wel genoeg vriendjes en lag goed in de groep. Maar zo gauw de reken- of spellinginstructie begon leek Wart af te haken, ja hij leek vaak letterlijk te vluchten door naar de wc te gaan. Ander vluchtgedrag van hem was over andere zaken te gaan praten zo gauw je hem aansprak op zijn werkhouding. Geen wonder dus dat de resultaten steeds verder achteruit gingen.

School had al de 'beertjes methode' geprobeerd om de werkhouding aan te pakken en had Wart remedial teaching gegeven om zijn achterstand weg proberen te werken. Beide aanpakken waren zonder resultaat, maar werden wel aangehouden in groep 3, 4 en 5. Uiteindelijk schakelde school eind groep 5 het samenwerkingsverband in. De ambulant begeleider/coördinator van het samenwerkingsverband stelde deelname aan de impulsklas voor. En wat heel prettig was: ik mocht het voortraject verzorgen: het bepalen van het doel voor Wart. 

Hypothese: laag zelfbeeld is zijn blokkade

Ik had eerste enkele voorgesprekken met Wart. Mij viel op dat hij steeds weer noemde dat hij de slechtste rekenaar van de klas was. Hij vond zichzelf dom. Als ik met hem  werkte met Taalblobs (spellling) of Rekenblobs plus/min of keer leek hij ook nauwelijks geautomatiseerd te hebben. Maar wat ook hier opviel was zijn volkomen gebrek aan zelfvertrouwen. Als ik vroeg: "weet je het zeker", gaf hij meteen een ander antwoord, vaak een wilde gok, omdat hij er blijkbaar van uit ging dat hij het foute antwoord had gegeven. Bij elke succesvolle begeleiding zijn kleine haalbare doelen nodig, bij Wart was dit door zijn gebrek aan zelfvertrouwen een strikte voorwaarde. Maar wat zou dat kunnen zijn?

Observaties en nabespreking

Ik sprak met Wart af dat ik twee keer in de week naar zijn klas zou komen om bij de het kwartiertje rekenuitleg aan het begin van de dag te zijn. En dat ik daarna met hem zou bespreken wat ik gezien en gehoord had. Dat vond Wart een goed plan. De meester reageerde vertwijfeld op het plan  met 'Succes ermee, maar hij pakt nog niet eens de rekenspullen die hij nodig heeft.  Mooi! Zo had ik meteen mijn eerste, volgens mij, haalbare doel: Wart moest als hij binnenkwam zijn spullen klaar leggen. Als beloning koos hij een kwartiertje computertijd als hem dat 5 keer gelukt was. Ik maakte nevenstaand kaartje waarop de opdracht stond om hem er aan te herinneren. Het kaartje mocht hij als trofee houden als het hem lukte.

Ik legde het kaartje bij het begin van de schooldag op zijn tafeltje klaar zodat hij het zag als hij binnenkwam. het werkte inderdaad perfect. In de nabespreking gaf Wart aan dat dit wel erg gemakkelijk was om daar een beloning voor te krijgen. Dus stelde ik meteen dan een volgende stap voor: 10 minuten luisteren naar de uitleg van de meester. Samen komen we tot de tekst van het tweede kaartje.

Het tweede kaartje lukt de tweede keer ook meteen, maar de keer daarna blijkt de tekst toch nog aangepast te moeten worden. want Wart neemt de tekst letterlijk (nee, hoor hij is niet autistisch!) Als een medeleerling de som uitlegt blijft hij naar de meester kijken...

De 7 weken / 14 keer die ik mocht gebruiken voor dit voortraject gingen op die manier voorbij en niet altijd werd volledig succes geboekt, maar altijd werden er wel minstens 2 kaartjes verdiend door Wart. En ondertussen waren het onderstaande 5 kaartjes geworden. We hebben samen ook nog bedacht dat je van de letters van de kaartjes op volgorde "SLIM!" kon maken. En slim was het, vond Wart, om zo de rekenles te volgen. Zo was hij klaar om het impulsklas-traject in te gaan, waarbij zijn eigen meester zelf de kaartjes ging hanteren en Wart in de impulsklas er met zijn moeder op ging reflecteren. Het belangrijkste wat ik hiermee bereikt had was naast deze haalbare doelen, dat Wart het succes ervaren had dat hij zelf zijn gedrag kon sturen en dat hij daardoor betere rekenresultaten kon behalen. De 'knop' was eindelijk om! Het zou zo maar kunnen dat u als lezer deze aanpak ook met succes kunt toepassen. En omdat Wart en ik al het nodige voorwerk gedaan hebben, zal het niet nodig zijn om er vooraf zoveel tijd in te steken! Succes dus!

De uiteindelijke kaartjes, de uiteindelijke doelen